Anbernic RG556 richt z’n pijlen op Ayn Odin en Retroid Pocket

De Anbernic RG556 is een zeldzaam dure Android-handheld van dit Chinese merk. Wat is duur? Nou, omgerekend heb ik zo’n 227 euro betaald voor de retrohandheld. Dat bedrag is opgedeeld in drie kostenposten: het apparaat (174,40 euro), de verzending (13,77 euro) en de btw (39,50 euro). Daarmee gaat de RG556 voorbij aan favoriet Anbernic RG405V (160 euro) en komt die automatisch in het domein van de Gameforce Ace (220 euro) en Retroid Pocket 4 Pro terecht (zo’n 200 euro). Nog duurdere modellen zijn de Odin 2 Max, Ayaneo Pocket Air en Razer Edge.

Voor dat hoge bedrag haal je wel een behoorlijke handheld in huis. De belangrijkste specificaties zijn het amoled-scherm van 5,48 inch (amoled oogt veel mooier dan traditionele lcd-schermen) en de Unisoc T820-processor. Verder komen we 8 GB aan werkgeheugen tegen, evenals minimaal 128 GB aan opslagruimte. Het pakket wordt gecompleteerd door een riante accu van 5.5000 mAh, die een speelduur van zes tot acht uur garandeert. Ook zijn er hall effect-joysticks en -triggers (die duurzaam zijn), evenals een usb-c-poort met DisplayPort-output.

Veel interessante elementen

Zo op papier heeft de Anbernic RG556 veel interessante elementen. Als je kijkt naar de lijst met specificaties dan is de prijs van meer dan 200 euro in elk geval verklaarbaar. Maar dan is het natuurlijk nog de vraag of de retrohandheld die prijs daadwerkelijk waard is. Ten opzichte van veel andere Android-handhelds heeft de RG556 in elk geval een streepje voor als het om schermkwaliteit gaat. Niet alleen ogen de kleuren diep en levendig, ook de kijkhoeken zijn behoorlijk groot. Ik heb nog geen hoek kunnen ontdekken die het beeld aantast.

Andere Android-handhelds die onder meer een amoled-scherm aanbieden, zijn de eerdergenoemde Pocket Air en Edge, maar daar betaal je ook minimaal honderd tot tweehonderd euro meer voor. Verder valt de handheld op door zijn design. De variant die ik test is doorzichtig en blauw, en lijkt daardoor op de handhelds die Ayn aanbiedt met zijn Odin-line-up. Het is in elk geval duidelijk dat Anbernic zich richt op een wat welvarender publiek; niet alleen door de prijs, maar ook door het ontwerp van de wat duurdere handhelds over te nemen.

Kruising tussen Ayn en Retroid

Niet dat dat per se een probleem vormt voor jou als gebruiker. Maar de poging z’n pijlen te richten op zowel Ayn Odin als Retroid Pocket is net zo doorzichtig als de handheld zelf. Je zou namelijk kunnen stellen dat de Anbernic RG556 een kruising zou kunnen zijn van Ayn-design en Retroid-prestaties. De T820-cpu, die ook onder meer in gamingtelefoons terechtkomt, is namelijk vergelijkbaar met de Dimensity 900-processor van de Retroid Pocket 4. Zelf heb ik alleen de Pocket 4 Pro getest; maar dankzij deze vergelijking kan ik toch die inschatting maken.

Over het algemeen scoort de Dimensity 900 wel iets beter, maar ik denk dat de verschillen in de praktijk marginaal zijn. Mocht je dus twijfelen tussen de Retroid Pocket 4 of de Anbernic RG556, dan kun je het beste letten op prijs en comfort. Allebei de handhelds draaien op Android 13. Daar waar de Retroid geregeld updates krijgt, gebeurt dat niet heel vaak bij een Anbernic, dus is ook iets om in overweging te nemen. Maar eerlijk is eerlijk: als je geen van de handhelds aan het internet koppelt, dan is er weinig te vrezen. Desondanks is het belangrijk om te benoemen.

Anbernic RG556 ligt lekker in de hand

Voordat ik aan de slag ging met de Anbernic RG556, had ik zo m’n twijfels over het speelcomfort. Over het algemeen zijn verticaal georiënteerde retrohandhelds te omschrijven als tablets met een controller eraan vastgemaakt. Maar omdat we er vaak zoveel plezier aan beleven, schuiven we dat idee opzij. Maar bij dit model lukte dat pas toen ik er daadwerkelijk een paar dagen op gespeeld had. De Android-handheld ligt in feite enorm lekker in de hand, mede dankzij de grip. Je wijs- en ringvinger vallen mooi over de bolling heen, waardoor je hem ook stevig vasthoudt.

Dat gevoel blijft vooral hangen wanneer je met de hall effect-sticks speelt, omdat de bolling aan beide kanten dan perfect in de handpalmen valt. Gebruik je de d-pad, dan moet je je hand iets verplaatsen. Dat gaat een klein beetje ten koste van het speelcomfort, maar niet heel veel. En zoals je mogelijk verwacht is de transparante model ontzettend glad en glimmend. Dat vind ik persoonlijk wat minder, omdat ik meer van een matte look houd. De actie- en schouderknoppen, evenals de triggers, zijn gelukkig goed bereikbaar en reageren snel en accuraat op de input.

GameCube, PlayStation 2 en Nintendo 3DS

Ondanks het feit dat de processor niet al te krachtig is, kun je er toch een hoop uit trekken. Daar waar bijvoorbeeld de Anbernic RG405V en RG405M nog wel eens moeite hebben met GameCube– en PlayStation 2-emulatie, zien we bij de Anbernic RG556 die problemen veel minder. Soms moet je nog even de instellingen induiken om een stabiele framerate te realiseren, maar over het algemeen werkt alles goed zoals je hem uit de doos haalt. Je kunt heel veel games in hun originele framerate spelen, soms tot twee keer de oorspronkelijke resolutie.

Als je meer van het systeem wil vragen, dan loop je heel snel tegen een grens aan. Maar voor dit amoled-scherm, met een maximale resolutie van 1080p, hoef je die grenzen niet op te zoeken. Als je toch beter wil, dan zul je dieper in de buidel moeten tasten. 3DS-games laten zich minder goed spelen, waardoor je vaak nog gestotter tegenkomt. Maar dat komt ook doordat de 3DS-emulators nog niet doorontwikkeld zijn. De populairstee optie van dit moment, Citra, moet het ook zonder z’n ontwikkelteam doen. Maar er wordt gewerkt aan alternatieven, zoals Lemonade.

Verder mag je verwachten dat alles onder de zesde generatie spelcomputers voortreffelijk werkt. Vooral de emulatie van Nintendo 64– en Sega Dreamcast-games is op een hoog niveau. PSP-games blijven dan weer steken op drie keer de maximale resolutie, maar die games zien er desondanks toch mooi uit. Al met al laat Anbernic zien dat je niet per se de hoofdprijs kwijt bent aan een sterke emulatiehandheld, maar dat je voor meer dan 220 euro ook nog niet het onderste uit de kan kunt verwachten. Houd daar rekening mee met je verwachtingen.

Anbernic RG556 kopen?

Maar is de Anbernic RG556 dé handheld voor jou? Zoals wel vaker geldt: dat hangt af van wat je belangrijk vindt. Voor handhelds die op 3d-gaming gericht zijn, vind ik het belangrijk dat de stick boven de d-pad zit. Dat is het geval bij de RG556. Bij de concurrent, de Retroid Pocket 4 die zo’n 70 euro minder kost, zit de vierpuntdruktoets boven de stick. Verder is hier een amoled-scherm aanwezig, heeft de RG556 een comfortabele grip en kun je GameCube- en PS2-games in verhoogde kwaliteit spelen. Beide handhelds draaien op Android, maar ook daar zit nog een verschil in.

De Retroid Pocket 4 draait bijvoorbeeld op Android 11, terwijl de andere twee handhelds Android 13 gebruiken. In beide gevallen zit een update naar een moderne Android-versie er niet in. Tot slot is het belangrijk om mee te nemen dat de Retroid Pocket 4 (Pro) voorzien is van mat plastic en dat de RG556 glad en glimmend is, en dat zal niet iedereen bekoren. Onderaan de streep geldt echter dat de Anbernic RG556 duur, maar ook z’n geld waard is. Ten opzichte van de directe concurrentie zie ik namelijk een aantal sterke eigenschappen die in het voordeel van deze retrohandheld spreken. Denk dan aan het scherm, de processor, het comfort en de sticks.

Je kunt de Anbernic RG556 het beste gewoon bij Anbernic aanschaffen.